Met deze 10 stappen is het winterklaar maken van de auto een peuleschil.
Stap 1: verwarming en airconditioning
Begin de wintercheck met het testen van de verwarming. Een niet werkende verwarming kan een teken zijn van ernstige problemen, zoals een lekkende koppakking. Schakel dan ook gelijk een monteur in als er iets mis is. Kijk verder even of de airconditioning nog goed functioneert en of er niet te veel vliegjes en blaadjes via de roosters naar binnen zijn gekomen.
Stap 2: accuklemmen schoonmaken
Open vervolgens de motorkap van de auto en draai de accuklemmen los. Maak de polen schoon met schuurpapier, zodat ze weer maximaal contact maken met de accu. Controleer bij een oudere accu daarna het vloeistofpeil en giet er eventueel accuwater bij.
Stap 3: olie verversen
Bekijk in het instructieboekje van de auto hoe er olie afgetapt moet worden. Plaats een emmer onder het aftappunt van de motorolie en draai de olie-aftapdop los met behulp van een dopsleutel. Vang de olie op, bewaar het in een fles of tank en lever dat later in bij een kringlooppunt. Draai de aftapdop weer vast en vul de motor met winterolie.
Stap 4: vloeistoffen bijvullen
Nu de motorkap toch open staat: vul het reservoir voor de ruitensproeiervloeistof met speciale vloeistof voor de winter. Vergeet de ruitenwisser voor de achterruit niet. Giet ook antivries in het koelsysteem als de auto wordt gekoeld met koelwater. Bij luchtgekoelde wagens is dit niet nodig. Het vriespunt van de koelvloeistof kan worden gemeten bij de garage. Eventueel kunnen ze die daar ook gelijk verversen.
Stap 5: rubbers behandelen
Spuit de rubbers van de ruiten en portieren in met siliconenspray om te voorkomen dat ze vastvriezen. Hou een flesje slotontdooier achter de hand voor het geval het slot vastvriest. Een ijskrabber of een ruitenontdooier kan wel gewoon in de kofferbak. Laat in de winter bij het sneeuw- en ijsvrij maken van de auto de motor niet alvast warmdraaien. Dit is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook voor de motor. Houd altijd als regel: zo snel mogelijk wegrijden na het starten van de motor. Controleer ook of de ruitenwissers niet beschadigd zijn. Als ze grijs beginnen te worden is het tijd om ze te vervangen.
Stap 6: verlichting controleren
Controleer of alle lampen van de auto nog goed functioneren en vervang ze als de lichtintensiteit minder wordt. Leg voor de zekerheid een set reservelampen in het dashboardkastje. Maak tijdens de koude winterperiode de lampen regelmatig ijsvrij om ze beter te laten functioneren.
Stap 7: regelmatig wassen en banden checken
Als er vanwege het winterse weer veel pekel is gestrooid, was de auto dan regelmatig en vergeet daarbij de bodem niet. Een gladde, beschermde laklaag is minder vatbaar voor beschadiging door pekel en vuil. Controleer regelmatig de bandenspanning en het profiel. De juiste spanning staat in het instructieboekje van de auto, het profiel van een band moet minimaal 4 à 5 millimeter zijn. Overweeg de aanschaf van winterbanden.
Stap 8: leg een winterpakket aan
Zorg dat u niet voor verrassingen komt te staan bij pech lang de weg in de donkere wintermaanden. Leg een winterpakket in de kofferbak van de auto met daarin: een fles ruitenontdooier, (werk)handschoenen, een zaklamp, reservelampjes, startkabels en een anti-condensdoek voor de ramen. Het kan nooit kwaad om een fles water, een deken en wat lang houdbaar voedsel mee te nemen. Mocht het nodig zijn om een stilstaande auto warm te krijgen, gebruik dan een theelichtje. Een kleine radio is bij pech geen overbodige luxe. Vergeet de batterijen niet!
Stap 9: pas je rijgedrag aan
De laatste stap heeft niets te maken met het onderhoud van de auto, maar alles met het rijgedrag. Rondrijden op besneeuwde of gladde wegen is iets heel anders dan toeren met de zon fel aan de hemel. Hou rekening met de beperking die bij het winterse weer komen. Blijf je concentreren op de omgeving en maak geen abrupte bewegingen. Trek niet te snel op bij een stoplicht om slippen van de auto te voorkomen. Rem ook niet te plotseling, rijd niet te hard en houd voldoende afstand van het andere verkeer.
Stap 10: vergeet de garage niet
Het kan nooit kwaad om ook eens langs te gaan bij een garage. Bij een winterbeurt controleren ze er de staat van de accu, de V-snaar, de luchtfilters, het koelsysteem en de ontsteking.